In dit artikel overlopen we alle symbool naamgeving regels voor het maken van custom symbolen in AutoCAD Electrical.


AutoCAD Electrical is afhankelijk van een specifieke naamgevingsconventie om sommige automatiseringsfuncties te laten werken. Hoewel dit niet verplicht is, kan u de naamgevingsconventie hieronder volgen als u nieuwe volledig functionele AutoCAD Electrical symbolen wil maken.


Een lijst van de familiecodes kan u hier terugvinden.


1. Algemene schematische componenten


Schematische componenten zoals relays, schakelaars, pilootlichten, en motor controle elementen volgen deze naamgevingsconventie. PLC I/O symbolen vallen hier niet onder.


  • De naam mag maximaal 32 karakters bevatten. Dit is van toepassing op alle symbolen.
  • Het eerste karakter is 'H' of 'V' afhankelijk of het symbool bedoeld is om op een Horizontale of een Verticale wire geplaatst te worden.
  • De eerste twee karakters mogen samen geen van de volgende combinaties zijn: "HH", "HV", "VV", "VH"
  • Het tweede en derde karakter zijn de familiecode. bvb PB voor 'Push Buttons' of LS voor 'Limit Switches'
  • Als het derde karakter een '0' is, dan wordt er geen nieuw wirenummer gemaakt bij het plaatsen van het symbool. bvb T0 voor 'Terminal' of W0 voor een 'Cable Marker'
  • Het vierde karakter is een 1 of een 2. Een 2 duidt aan dat het een child symbool is. Parent en gewone symbolen gebruiken een 1.
  • Als het symbool een contact is, dan wordt het vijfde karakter gebruikt om de normale toestand aan te duiden. 1= 'normally open'; 2= 'normally closed'
  • De verdere karakters zijn vrij te kiezen en kunnen gebruikt worden om symbolen van elkaar te onderscheiden.


Enkele voorbeelden:


  • HCR1.dwg - Horizontale Controle Relay Coil
  • VPB21.dwg - Verticale Push Button, Child Contact, Normally Open
  • HW01.dwg - Horizontale Cable Marker, er wordt geen nieuwe wire nummer gemaakt bij plaatsing
  • VLT1RP.dwt - Verticale Pilot Light, de RP staat hier voor Red, Press-to-test en dient enkel om de block te onderscheiden van andere VLT1.... symbool definities.


2. Component Location Mark Symbolen


Component Location Mark Symbolen moeten enkel beginnen met "WDXX". Daarna is kan de gebruiker extra karakters gebruiken om deze te onderscheiden van de out-of-the-box symbolen.


3. Connector Symbolen


  • Het eerste karakter is 'H' of 'V'.
  • Het tweede en derde karakter is 'CN' om aan te duiden dat het een Connector is.
  • Het vierde karakter is een 1 (parent) of een 2 (child).
  • Het vijfde karakter is een underscore "_".
  • Het zesde karakter is een getal 1 tem 9 om het stijlnummer aan te duiden.
  • Het zevende karakter kan twee zaken zijn:
    • In het geval van een combo symbool is het zevende karakter een 'P' (plug) of een 'J' (jack)
    • In het geval van een alleenstaand symbool duidt het zevende karakter de wire richting aan: 1=rechts, 2=top, 4=links en 8=onderaan.
  • Het achtste karakter duidt het type receptacle aan als het zevende symbool de wire richting aanduidt. 'P' (plug) of 'J' (jack)

AutoCAD Electrical - Connector

Enkele voorbeelden:


  • HCN1_14P.dwg - Horizontale parent plug met wire aansluiting links
  • VCN2_18P.dwg - Verticale child plug met wire aansluiting onderaan
  • HCN1_11J.dwg - Horizontale parent jack met wire aansluiting rechts


Na het plaatsen van een connector in een tekening wordt de block hernoemd door er achteraan een underscore en serie karakters toe te voegen. Zo blijft iedere block in het schema uniek. 


AutoCAD Electrical Receptacle

AutoCAD Electrical - Blockname


3.1 Plug/Jack Connector Pins


Plug/Jack Connector Pin symbolen volgen deze naamgeving:


  • Het eerste karakter is 'H' of 'V'.
  • Het tweede en derde karakter zijn 'C0' als er geen nieuw wirenummer gemaakt wordt bij plaatsing. 'CN' als er wel een nieuw wirenummer gemaakt moet worden bij plaatsing.
  • Het vierde karakter is 1 (parent) of 2 (child).
  • De rest van de karakters zijn vrij te kiezen.

Plug/Jack Connector Pin

3.2 Splice symbolen


De eerste vier karakters zijn 'HSP1' of 'VSP1'.

Het vijfde tem zevende karakter is 001, 002, 003 enz.

Splice Symbol

4. Hydraulische symbolen


  • De naam mag maximaal 32 karakters bevatten.
  • Het eerste karakter is 'H' of 'V'.
  • Het tweede en derde karakter zijn de familiecode. bvb FI voor 'Filter' of PM voor 'Pump'.
  • Het vierde karakter is 1 om aan te duiden dat het een alleenstaand symbool is.
  • De rest van de karakters kunnen gebruikt worden om het symbool uniek te maken, maar moeten altijd starten met een underscore "_"


AutoCAD Hydrolic Symbols


5. Inline Wire Marker Symbolen


Voor inline wire marker symbolen moet je ook aan beide zijden van het symbool een korte lijn tekenen. Deze wordt gebruikt door AutoCAD Electrical om het symbool uit te lijnen op de bestaande wire.


  • Het eerste karakter is 'H' of 'V'.
  • De volgende drie karakters zijn altijd 'T0_'.
  • De andere karakters worden gebruikt om het symbool uniek te houden.


bvb: HT0_RED.dwg

Inline Wire Marker Symbols

6. One-Line componenten


One-Line Components


One-Line componenten volgen de naamgevingsconventies voor schematische symbolen of connector symbolen zoals hierboven toegelicht. Maar om deze uniek te maken bij het plaatsen van het symbool in de tekening moeten deze een suffix hebben '1-'. Om de symbolen te definiëren als een One-Line component moet het symbool een attribuut WDTYPE bevatten met de waarde '1-' of '1-1' voor Bus Tap symbolen.


Een Bus Tap symbool kan gebruikt worden oa. om een aftakking op het circuit in te tekenen of om een een nieuw wirenummer op een wire te beginnen.


7. P&ID symbolen


  • De naam mag maximaal 32 karakters bevatten.
  • Het eerste karakter is 'H' of 'V'.
  • Het tweede en derde karakter zijn de familiecode. bvb IN voor 'Instruments' of N voor 'Nozzle'.
  • Het vierde karakter is 1 om aan te duiden dat het een alleenstaand symbool is.
  • De rest van de karakters kunnen gebruikt worden om het symbool uniek te maken, maar moeten altijd starten met een underscore "_"

AutoCAD P&ID symbols

8. Footprint symbolen


Footprint symbolen moeten geen naamgevingsconventie volgen, maar mogen niet langer zijn dan 32 karakters.


AutoCAD Electrical - Footprints


9. Parametrische Twisted Pair symbolen


Twisted pair symbolen hebben geen Parent/child versies maar worden gedupliceerd per wire. Om herkend te worden als een twisted pair symbolen moeten ze het attribuut "ACE_FLAG" hebben met de waarde '3'.


De naam start net zoals inline wire marker symbolen ofwel met 'HT0_' of 'VT0_'. De daaropvolgende karakters zijn vrij te kiezen om het symbool uniek te houden. De default is 'TW' bvb: HT0_TW.dwg of VT0_TW.dwg.


AutoCAD Electrical - Twisted Pair symbols


10. Source/Destination Wire symbolen


De eerste vier karakters zijn ofwel 'HA?S' of 'HA?D'. Het vraagteken is een cijfer van 1 tem. 9 dat verwijst naar de stijl. De eerste vier stijlen zijn bepaald door Autocad Electrical. Stijl 5 tem. 9 kunnen door de gebruiker vastgelegd worden. 


In dit artikel kan u de stappen nalezen hoe u uw eigen Source/Destination wire symbool kan maken.


11. PLC I/O symbolen voor Parametrische PLC


Deze symbolen beginnen altijd met 'HP' of 'VP'. Het derde karakter is een cijfer van 1 tem. 9 dat de stijl aanduidt. De eerste vijf stijlen zijn bepaald door Autocad Electrical. Stijl 6 tem 9 kunnen door de gebruiker custom gemaakt worden.

PLC I / O symbols

12. Standalone PLC I/O symbolen

 

Deze symbolen beginnen altijd met de 'PLCIO' prefix en zijn ook beperkt tot 32 karakters, maar hebben geen andere bepalingen.

AutoCAD Electrical PLC symbols


13. Wire Dot symbool


Er kan maar 1 wire dot symbool gebruikt worden in een library en dat heeft altijd de naam 'WDDOT.dwg'.


14. Wire Nummer symbolen


Wire nummer symbolen zijn voor-gedefinieerd in de library. Meer informatie over custom wire nummer symbolen kan je in dit artikel terugvinden.





veel plezier !!!




Volg onze opleidingskalender voor meer informatie over AutoCAD Electrical.