In AutoCAD Electrical kunnen we gebruik maken van verschillende vooringestelde stijlen voor de Source en Destination arrows. De eerste 4 stijlen in AutoCAD Electrical zijn al voorzien, maar stijl 5 tem 9 zijn blanco gelaten om de gebruiker de mogelijkheid te geven om zijn eigen stijl te gebruiken. Door de onderstaande stappen te volgen, kunnen we onze eigen Source en/of Destination Arrow stijl aanmaken.
1. Locatie
Allereerst is het belangrijk om te weten waar we de bestaande definities voor de arrow style kunnen terugvinden.
De Stijl definities staan in de library map. Als je gebruik maakt van de 'out-of-the-box' bibliotheken dan kan je deze terugvinden bij de openbare documenten folder. We maken in België normaalgezien gebruik van de IEC-60617 bibliotheek.
C:\Users\Public\Documents\Autodesk\Acade 20xx\Libs\iec-60617
Mocht je een eigen bibliotheek gebruiken en je hebt geen werkende stijl, dan kan je de nodige pijl definities van hieruit kopiëren naar je eigen bibliotheek map. Onze nieuwe stijl definities zullen we ook in onze bibliotheek map opslaan.
Naast de stijl definities willen we ook de preview die zichtbaar is in de Project Properties kunnen wijzigen. Deze preview is een .bmp bestand dat we kunnen terugvinden op onze harde schijf bij de installatiebestanden. Om deze later te wijzigen kunnen we de bestanden in deze folder overschrijven.
C:\Program Files\Autodesk\AutoCAD 20xx\Acade
2. Naamgeving
Net zoals de meeste blockdefinities die door AutoCAD Electrical gebruikt worden is het belangrijk om de correcte naam te geven aan onze nieuwe definitie.
Alle definities van de Source en Destination arrows beginnen met de karakters 'HA'.
- Het derde karakter van de naam is de stijlnummer. Dus voor de 5e stijl wordt dat 'HA5....'
- Het vierde karakter van de naam is een 'S' of een 'D'. Dit laat AutoCAD Electrical weten of het een Source of een Destination arrow is. Zo krijgen we 'HA5S...' of 'HA5D...'
- Het vijfde karakter bepaald in welke richting de stijl op de wire aangesloten wordt. Deze zijn tegenovergesteld voor de Source en voor de Destination arrow. Zo krijgen we 'HA5S1...' , 'HA5S2...',
- Alle hieropvolgende karakters zijn vrij te kiezen. Enkele uitzonderingen hierop zijn als je een stijl wil maken voor een inline of referentie arrow. Dan eindig je je naam met '_inline' of '_ref' dan krijg je bvb 'HA5S1_inline.dwg' of 'HA5S1_ref.dwg'
3. Attributen
In onze definitie moeten we enkele attributen toevoegen. De default attributen die je bij een Source of Destination arrow wil plaatsen zijn:
- XREF: de verwijzing naar de gelinkte arrow
- WIRENO: de verwijzing naar het wirenummer waarop de pijl staat. Staat altijd op 'preset'
- DESC1: een description die we aan de arrow kunnen toevoegen
- SIGCODE: de signaalcode, dit attribuut staat meestal op 'invisible'
- X1TERM01: het insertiepunt bepaalt waar je aansluit op de wire. Dit attribuut staat op 'invisible' en is anders volgens de richting waarop je aansluit met de wire.
Voor Source Arrows gebruik je als vijfde karakter in de naam en als x1term01 attribuut naam:
- 1 - Connecteer Links - 'X4TERM01'
- 2 - Connecteer Onderaan - 'X8TERM01'
- 3 - Connecteer Rechts - 'X1TERM01'
- 4 - Connecteer Bovenaan - 'X2TERM01'
Voor Destination Arrows gebruik je als vijfde karakter in de naam en als x1term01 attribuut naam:
- 1 - Connecteer Rechts - 'X4TERM01'
- 2 - Connecteer Bovenaan - 'X8TERM01'
- 3 - Connecteer Links - 'X1TERM01'
- 4 - Connecteer Onderaan - 'X2TERM01'
4. Stijl definities maken
Je kan nu zelf kiezen hoe je de definities maakt, je kan vanaf 0 een nieuwe tekening maken of je kan de bestaande tekeningen opslaan met een nieuwe naam en daarin de nodige wijzigingen doen.
test de nieuwe arrows en maak indien nodig nog aanpassingen:
5. Een nieuwe preview maken
Als laatste stap willen we nog een nieuwe preview van onze nieuwe Source en Destination Arrow stijl maken.
We kunnen de bestaande .bmp opendoen met MS Paint en daar een nieuwe preview maken. Als alternatief kan je ook een screenshot maken van een tekening in AutoCAD, en deze opslaan als .bmp. Let er wel op de .bmp hoeft maar 80 op 60 pixels groot te zijn.
Overschrijf de bestaande A_STYLE5h.bmp met de nieuwe bitmap.
In de project en drawing properties zien we nu de correcte preview wanneer we onze stijl als default willen selecteren.
6. wdsig.slb
Als laatste stap moeten we de slide library file updaten. Hiermee kunnen we ook de afbeelding bij het source/destination arrow commando wijzigen.
Om dit te doen heb je de bestanden in bijlage nodig (sig_slb.zip).
- Download het .zip bestand dat je hieronder terugvindt en unzip het in een tijdelijke folder.
- Open de sig_sty5.dwg en wijzig deze zodat je source en destination arrow weergegeven worden.
- Gebruik het MSLIDE commando om een nieuwe slide te maken en overschrijf het sig_sty5.sld bestand.
- Dubbelklik op de wdsig.bat batch file om de nieuwe slide library te maken.
- Overschrijf het bestaande wdsig.slb bestand met het bestand uit de tijdelijke folder, in je AutoCAD Electrical installatiefolder. C:\Program Files\Autodesk\AutoCAD 20xx\Acade\Support\en-US
- Herstart AutoCAD Electrical
Veel plezier !
Voor meer informatie over Autodesk software: volg onze opleidingskalender.