INHOUDSOPGAVE 


1. Polyline To Profile
2. Profile To Polyline
3. Join Profile
4. Profile to 3D Polyline
5. 3D Polyline to Profile
6. Section to 3D polyline
7. Project Points To Alignment
8. Project Points To Sample Line
9. Alignment Project Cumul
10. Crossing Figures On Alignment
11. Profile 3D Cumul Label
12. Point Group Sorted Export
13. Order Section Views
14. Points Profile Report
15. XYZ to Alignment And Profile
16. Weed Alignment Or Profile
17. Join Alignment
18. Label Between Feature Lines
19. Label between Corridor Feature Lines
20. Legend of Blocks
21. Label Kruinbreedte
22. Move Sample Line Group
23. Export Sample Line Group


1. Polyline To Profile

Met deze functie kan je AutoCAD polylijnen omzetten naar Autodesk Civil 3D Profiles. 


Gebruik: 

  1. Selecteer de te converteren polyline die binnen de gewenste Profile View getekend is.
  2. Selecteer de Profile View in dewelke de polyline als nieuw Profile moet opgenomen worden.
  3. Geef de gewenste Profile Style op voor het nieuwe profiel.
  4. Selecteer de toe te passen Label Set voor dit nieuwe profiel
  5. Geef een naam op voor het nieuwe profiel. Deze naam mag niet gelijk zijn aan de naam van een reeds bestaand Profiel.


Voorbeeld van toepassing:

Lengteprofiel aanmaken met standaard polylijnen, eventueel bewerkingen uitvoeren zoals offset e.d. … Deze AutoCAD lijnen kan je dan omzetten naar een Autodesk Civil 3D Profile voor eventueel verder detailontwerp of richting machinesturing.


Naar de top van de pagina 

2. Profile To Polyline

Met deze functie kan je C3D Profiles omzetten naar AutoCAD polylijnen. Het voordeel is dat je hierop standaard AutoCAD commando’s kan toepassen: bijv. Offset, Divide, enz…


Gebruik:

  1. Selecteer het te converteren Autodesk Civil 3D Profile
  2. Selecteer de Profile View
  3. Geef de waarde op ter segmentatie van verticale overgangsbogen.


Voorbeeld van toepassing:

‘Profielen’ kunnen bewerken met standaard AutoCAD commando’s. Nadien kunnen deze dan desgewenst terug omgezet worden naar Autodesk Civil 3D Profiles.

Naar de top van de pagina 

3. Join Profile

Een variante op het AutoCAD ‘Join’ commando om 2 aan elkaar grenzende profiles samen te voegen tot één nieuw profile.


Gebruik:

  1. Selecteer het eerste profiel
  2. Selecteer het profiel dat samengevoegd dient te worden met het in stap 1 geselecteerde profiel.


Naar de top van de pagina 

4. Profile to 3D Polyline

Een C3D Profile omzetten naar een 3D polyline in grondplan. Er wordt een 3D polyline aangemaakt over het tracé van het alignment waartoe het profile behoort om zo 3D geometrie in grondplan te verkrijgen. Bochtstralen van alignment en profile gaan verloren. 


Gebruik:

  1. Selecteer in het betreffende profile view het C3D profile dat je wil omzetten.
  2. Er wordt een 3D polyline aangemaakt in het grondplan (in de current layer) over het tracé van het alignment waartoe het geconverteerde profile behoort.


Voorbeeld van toepassing:

‘Profielen’ worden omgezet naar standaard AutoCAD 3D polylines, welke voor andere toepassingen ingezet kunnen worden indien deze toepassingen geen C3D ondersteunen. 

Naar de top van de pagina 

5. 3D Polyline to Profile

Hiermee kan een al dan niet aangeleverde 3D polyline uit een grondplan omgezet worden naar een Alignment en bijhorend Profile. Ook kan een bestaand alignment/Profile geüpdatet worden.

 

Gebruik: 

  1. Selecteer in het grondplan de 3D Polyline die je wil omzetten.
  2. Geef in de Command Line de naam op van het nieuw aan te maken Alignment.
  3. Volgend dialoogvenster verschijnt:
  4. Dit venster is in 2 delen verdeeld:
    Het bovenste deel ‘Create Alignment/Profile’ toont de instellingen om een nieuw Alignment/Profile te creëren en waaraan deze moet voldoen (Style, labeling,…). Het onderste deel ‘Edit Alignment/Profile’ zal het gekozen Alignment/Profile updaten gebaseerd op de geometrie van de 3D Polyline. 


Voorbeeld van toepassing:

Aangeleverde AutoCAD 3D geometrie snel omzetten naar C3D objecten (Alignments en Profiles) in functie van dynamisch ontwerp.

Naar de top van de pagina 

6. Section to 3D polyline

Converteert Surface Section naar een 3D polyline over de bestaande resp. Sample Line. Deze polyline wordt in de current layer getekend. Corridor Sections worden niet ondersteund. (tip: maak gebruik van Corridor Surfaces om hiervan een Section te maken)


Gebruik:

  1. Selecteer de te converteren Autodesk Civil 3D Surface Section.
  2. Selecteer het Profile View
  3. Geef de waarde op ter segmentatie van verticale overgangsbogen.


Voorbeeld van toepassing:

Deze knop zorgt ervoor dat na het selecteren van een Section in een Section View, dat de geometrie van dit section omgezet wordt in een 3D polyline op het grondplan ter hoogte van de resp. Sample Line. Toepassingen vinden zich in bijv. export naar andere software (AutoCAD, machinesturing,…).

Naar de top van de pagina 

7. Project Points To Alignment

Deze functie laat toe om op terrein lengteprofielmetingen te doen. Gemeten CoGo points worden zo op een theoretische as (alignment) geprojecteerd.


Gebruik:

  1. Selecteer het alignment waarop de CoGo points geprojecteerd dienen te worden.
  2. Selecteer vervolgens de te projecteren CoGo Points.
  3. Geef de gewenste buffer rondom alignment op. Deze buffer bepaalt een zone parallel aan het alignment. Enkel de geselecteerde CoGo Points die zich binnen deze bufferafstand bevinden, zullen geprojecteerd worden.
  4. Geef op of je de originele CoGo Points wenst te verplaatsen op het alignment. Antwoord je ‘Nee’, wordt er een nieuwe reeks CoGo Points aangemaakt.

    Bij de keuze om nieuwe punten aan te maken, krijgen deze nieuwe punten een Raw Description mee met volgende opmaak: LPPROJ_[RawDesc], waarbij de waarde [RawDesc] afgeleid wordt uit de Raw Description van de originele CoGo Points.

     Wanneer een CoGo Point dus een Raw Description heeft met waarde ‘As_Weg’, zal zijn geprojecteerde variant de Raw Description LPPROJ_As_Weg krijgen. Dit stelt de gebruiker in staat om snel Point Groups aan te maken die enkel de geprojecteerde CoGo Points bevatten.


Voorbeeld van toepassing:

Punten van een gemeten as kunnen geprojecteerd worden op een theoretische as om vervolgens hiervan lengteprofielen te genereren die precies door deze Z-waarden gaan. Hiervoor kan dan gebruik gemaakt worden van een Surface dat aangemaakt wordt op basis van o.a. een puntgroep gebaseerd op de hierboven aangehaalde nieuwe Raw Description.


Naar de top van de pagina 

8. Project Points To Sample Line

Deze functie laat toe om op terrein dwarsprofielmetingen te doen. Gemeten CoGo points worden zo op een theoretische dwarsprofiel (Sample Line) geprojecteerd.


Gebruik:

  1. Selecteer de Sample Line waarop de CoGo points geprojecteerd dienen te worden.
  2. Selecteer vervolgens de te projecteren CoGo Points.
  3. Geef de gewenste buffer rondom de Sample Line op. Deze buffer bepaalt een zone parallel aan de Sample Line. Enkel de geselecteerde CoGo Points die zich binnen deze bufferafstand bevinden, zullen geprojecteerd worden.

    Deze nieuwe punten krijgen een Raw Description mee met volgende opmaak: DPPROJ_[RawDesc], waarbij de waarde [RawDesc] afgeleid wordt uit de Raw Description van de originele CoGo Points.
    Wanneer een CoGo Point dus een Raw Description heeft met waarde ‘DP_Weg’, zal zijn geprojecteerde variant de Raw Description LPPROJ_DP_Weg krijgen. Dit stelt de gebruiker in staat om snel Point Groups aan te maken die enkel de geprojecteerde CoGo Points bevatten.


Voorbeeld van toepassing:

Punten van een gemeten dwarsprofiel kunnen geprojecteerd worden op een theoretisch dwarsprofiel om vervolgens hiervan dwarsprofielen te genereren die precies door deze Z-waarden gaan. Op basis van een Point Group met deze geprojecteerde CoGo Points kan vervolgens desgewenst een Surface aangemaakt worden.

Naar de top van de pagina 

9. Alignment Project Cumul

Op een ontworpen tracé (alignment 2) de cumulatieve afstanden volgens een bepaald interval van een as-built tracé (alignment 1) projecteren. Hierbij wordt gebruik gemaakt van Station Equations, welke in hun resp. nieuwe labels geplaatst worden. Of: cumulatieve afstanden van een naastliggend alignment projecteren.


Gebruik: 

  1. Selecteer het alignment dat de As-Built moet voorstellen.
  2. Selecteer het alignment dat de Ontworpen Toestand moet voorstellen.
  3. Geef het gewenste interval op volgens dewelke labels met de betreffende info geplaatst dienen te worden.


Voorbeeld van toepassing:

Labelen of afwijkingen bepalen van een As-built tracé met theoretisch ontworpen tracé.



Naar de top van de pagina 

10. Crossing Figures On Alignment

Deze functie plaatst automatisch C3D punten op elke kruising tussen een featureline en het alignment met de elevation van de featureline. Zo kunnen deze punten geprojecteerd worden op het lengteprofiel met een overeenstemmende style op basis van de layer. Daarnaast kunnen ze op basis van de specifieke Raw Description ook snel gefilterd worden via Point Groups.


Gebruik:

  1. Selecteer het alignment waarmee de Feature Lines moeten kruisen.
  2. Selecteer vervolgens de kruisende Feature Lines.
  3. Op het intersectiepunt worden CoGo Points gecreëerd.

    Deze nieuwe punten krijgen een Raw Description mee met volgende opmaak: LPCROSS_[Layer], waarbij de waarde [Layer] afgeleid wordt uit de Layer waarin de Feature Lines die het alignment kruisen getekend werden.
    De hoogte van het punt wordt bepaald door interpolatie op de feature line.

 

Voorbeeld van toepassing:

Deze functie zorgt voor automatisch weergeven van kruisende objecten (bijv. afsluitingen, nutsleidingen, enz) in het lengteprofiel waarbij een specifieke symboliek kan toegepast worden.

Naar de top van de pagina 

11. Profile 3D Cumul Label

Gezien je in een profile (view) geen labels met de doorlopen 3D metreringen (cumulatieve afstanden) kan plaatsen, biedt deze functie hiervoor een oplossing. Met deze functie kan je de labels plaatsen bij knikpunten van een Profile in een Profile View. De waarde die wordt gelabeld is de 3D cumulafstand van het profiel. 

  • Let op: opdat deze functie zou werken, dient de text style ‘3DCUMUL’ te bestaan. Bestaat deze nog niet, kan deze aangemaakt worden met gewenste teksthoogte, lettertype,… .
  • Tip: voorzie deze 3DCUMUL text style in jouw template

 

Gebruik:

  1. Selecteer het Profile dat je wenst te labelen.
  2. Selecteer vervolgens het Profile View van het net geselecteerde Profile.
  3. Labels worden geplaatst op zowel het profile als bovenaan in de gegevensbalk van het Profile View.

Voorbeeld van toepassing:

Deze manier van labelen kan zeer nuttig zijn in de wereld van gestuurde boringen, waarbij de werkelijke doorlopen 3D lengte van de boring/leiding kan aangegeven worden.

Naar de top van de pagina 

12. Point Group Sorted Export

Deze tool exporteert al de punten naar een ASCII file (*.csv). Het bijzondere aan deze CSV file is dat de punten gesorteerd zijn op basis van ligging. Zo worden de punten gesorteerd volgens natural neighbour interpolation. 

 

Gebruik:

  1. Selecteer een CoGo Point dat deel uitmaakt van de Point Group die je wil exporteren naar een CSV-bestand. De Point Group die gebruikt wordt is de zgn. Primary Point Group. Het geselecteerde punt is ook het beginpunt waarop gesorteerd zal worden.
  2. Bepaal waar en onder welke naam je het CSV-bestand wenst weg te schrijven. 

 

Voorbeeld van toepassing:

Deze functie is handig om bijv. aspunten te sorteren van een weg of waterloop indien deze een ‘random’ volgorde zouden hebben qua nummering. Het sorteren genereert een coördinatenlijst waarbij de punten gesorteerd worden volgens tracé, om zo nadien makkelijk een ‘aslijn’ te kunnen construeren door deze ‘opeenvolgende’ punten.

Het sorteren begint vanaf het punt dat je moet aanduiden bij de uitvoering van het programma.


Naar de top van de pagina 

13. Order Section Views

Deze functie laat u toe om de positie van een Section Views in een Section View Group aan te passen. Zo kan je zeer goed kolommen, rijen, tussenafstanden of eventueel tussenafstanden per cumul instellen.

 

Gebruik:

  1. Na het activeren van de functie krijg je volgend dialoogvenster:
  2. Selecteer Alignment, Sample Line Group en Section View Group van de sections die je wil ordenen/herschikken.
  3. Stel de waarden in naar wens
    1. Number of rows: aantal gewenste rijen die je wenst aan te maken
    2. Number of Colums: aantal gewenste kolommen waarin de Section Views gesorteerd dienen te worden
    3. Distance between rows: afstand tussen de rijen Section Views onderling
    4. ‘Use Station Value’: gebruikt de onderlinge tussen afstand tussen de Sample lines en past deze waarde toe als afstand tussen de rijen Section Views.
    5. Distance between colums: afstand tussen de kolommen Section Views onderling
    6. Down: herschikt de Section Views van boven naar onder
    7. Up: herschikt de Section Views van onder naar boven.

 

Voorbeeld van toepassing:

Deze functie is een (toegankelijker) alternatief voor de Group plot style, welke de initiële/algemene schikking van de Section Views bepaalt. Deze functie ‘overschrijft’ de settings van de Group Plot Style. Via de C3D functie ‘Update Group Layout’ kan uiteraard terug naar de standaard Group Plot Style instellingen teruggegrepen worden.

Daarnaast biedt deze tool de mogelijkheid om Section Views te plaatsen ‘naast’ hun resp. Sample Lines door gebruik te maken van de optie ‘Use Station Value’. Dit kan zijn nut hebben bij specifieke afdrukdoeleinden.

 


Naar de top van de pagina

14. Points Profile Report

Voor het aanmaken van een rapport van de punten met gegevens t.o.v. een Alignment en een Profile. De beschikbare gegevens in het rapport zijn: Nr, X, Y, Z, Offset t.o.v. Alignment, Slope tov Profile, Hoogteverschil, XYZ geprojecteerd op Alignment, enz…

 

Gebruik:

  1. Na het activeren van de functie krijg je volgend dialoogvenster:
  2. Maak de gewenste selecties in de resp. keuzelijsten
    1. Point Group: naam van de verzameling punten die je wil opnemen in het rapport
    2. Site: de site waarin het te kiezen alignment zich bevindt.
    3. Alignment: referentie-as t.o.v. dewelke de positiegegevens (X,Y,…) berekend dienen te worden.
    4. Profile: referentie-profiel gekoppeld aan de hierboven geselecteerde referentie-as t.o.v. dewelke de hoogtegegevens (Z, hellingen,…) berekend dienen te worden.
  3. Bepaal waar en onder welke naam je het TXT-bestand wenst weg te schrijven. 

 

Voorbeeld van toepassing:

Deze tool kan nuttig zijn om extra data te verkrijgen voor uit te zetten piketten. Ook kan dit nuttig zijn ter extra controle bij Corridor Design (aanvulling op het commando ‘Create CoGo Points from Corridor’)

Naar de top van de pagina

15. XYZ to Alignment And Profile

Voor het aanmaken/updaten van een Alignment en Profile op basis van een ASCII file met XYZ gegevens. 

 

Gebruik:

  1. Navigeer naar het in te lezen XYZ-bestand
  2. Voltooi de gewenste instellingen in het daaropvolgende dialoogvenster. De instellingen zijn gelijkaardig aan deze van hierboven vernoemde functie ‘3D Polyline to Profile’.
  3. Een Alignment (al dan niet met bijhorend Profile) werd gecreëerd/geüpdatet. Indien het een nieuw alignment betreft, krijgt dit een naam afgeleid uit de bestandsnaam van het ingelezen TXT-bestand

 

Voorbeeld van toepassing:

Deze functie bewijst zijn nut als je bijvoorbeeld enkel de XYZ gegevens bekomt van een welbepaald tracé (as, gestuurde boring,…). Hiervan kan je dan een Alignment (X,Y) en een bijhorend Profile (View) (Z) van maken.


Naar de top van de pagina

16. Weed Alignment Or Profile

Vereenvoudigt het alignment/profile door overtollige knikpunten te verwijderen gebaseerd op gewenste segmentlengte en toegelaten hoek tussen segmenten.

 

 

Gebruik: 

  1. Selecteer na het opstarten van het commando het te vereenvoudigen Alignment of Profile
  2. Stel in onderstaand dialoogvenster de gewenste Weeding factoren ter vereenvoudiging in :
    1. Length: de gewenste minimum lengte van een segment. Indien segmenten gevonden worden kleiner dan opgegeven waarde, worden overtollige knikpunten verwijderd
    2. Angle: extra parameter om niet teveel knikpuntjes te verwijderen op basis van alleen de afstand. Deze parameter zorgt ervoor dat indien er een hoekverschil is tussen opeenvolgende segmenten dat groter is dan opgegeven waarde, deze knikpunten behouden dienen te worden. Een beschrijving van gelijkaardige parameters vind je hier (hoofdstukje ‘Weeding Factors’).

 

Voorbeeld van toepassing:

Wanneer je bijv. een (3D)polyline hebt omgezet naar een Alignment/Profile, kan deze een overtollig aantal segmenten bevatten. Deze functie doet een soort ‘opkuis’ van het Alignment/Profile opdat het bewerkbaar wordt/blijft.


Naar de top van de pagina

17. Join Alignment

Een variante op het AutoCAD ‘Join’ commando om 2 aan elkaar grenzende alignments samen te voegen tot één nieuw alignment.

 

Gebruik:

  1. Selecteer het eerste alignment
  2. Selecteer het alignment dat samengevoegd dient te worden met het in stap 1 geselecteerde alignment.

 

Voorbeeld van toepassing:

Hiermee kan je 2 alignments samenvoegen tot 1 alignment. De geometrie van Alignment 2 wordt toegevoegd aan Alignment 1.

Naar de top van de pagina

18. Label Between Feature Lines

Plaatst label met afstanden, hellingen,… ter hoogte van knikpunten tussen 2 feature lines. Deze tool gebruikt de label style die als standaard General Line Label is ingesteld.

 

Gebruik: 

  1. Selecteer de eerste Feature Line. Het is ter hoogte van de knikpunten van deze Feature Line dat de labels geplaatst worden
  2. Selecteer de 2de Feature Line t.o.v. dewelke de labels met de eerste Feature Line geplaatst dienen te worden.

 

Voorbeeld van toepassing:

Afwijkingen, hellingen annoteren tussen 2 tracés (Feature Lines)

 

Naar de top van de pagina

19. Label between Corridor Feature Lines

Een variante op het vorige commando. Echter wordt er hier gebaseerd op Corridor Feature Lines.

 

Gebruik: 

  1. Selecteer de corridor waarop je tussen 2 lijnen wenst te labellen
  2. Volgend dialoogvenster verschijnt:
  3. Selecteer uit de keuzelijsten de namen (codes) van de corridor feature lines waartussen je wenst te labelen.

 

Voorbeeld van toepassing:

Visuele controle op de onderlinge afstanden/hellingen/… tussen Corridor Feature Lines.


Naar de top van de pagina

20. Legend of Blocks

Creëert een legende van de gebruikte blocks, alsook de gebruikte lijnstijlen in een tekening. 

Tip: voorzie uw template van een tabel style die voldoet aan uw opmaakwensen.

 

Gebruik: 

  1. Activeer het commando
  2. Klik een plaats in de tekening waar de legende dient te komen.
  3. Een AutoCAD Table wordt aangemaakt met 3 kolommen
    1. Een kolom met de symbolen/lijnstijlen
    2. Een kolom met de blocknaam/layernaam waarin die lijnstijl gebruikt werd.
    3. Een kolom met de beschrijving die bij de layer van de lijnstijl behoort.


Naar de top van de pagina

21. Label Kruinbreedte

Met de functies "GeoIT Kruinbreedte *" kunnen automatisch AutoCad bematingen geplaatst worden tussen de bovenzijde talud van een gracht in Section View. Dankzij “Label Kruinbreedte Settings” kan er op basis van hoogte en hoek automatisch naar de positie van de maatlijn gezocht worden. Dit laatste gebeurt dan via het commando “Label Kruinbreedte Vind”. Het commando “Label Kruinbreedte Maak” is een ‘manuele’ variant, waarbij de positie waar je de polyline selecteert bepaalt waar de Kruinbreedte-lijn geplaatst dient te worden.

 

M.a.w. deze tool bevat 3 functies:

  • GEOIT_KRUINBREEDTE_SETTINGS  à knop “Label Kruinbreedte Settings
  • GEOIT_KRUINBREEDTE_MAAK  à knop “Label Kruinbreedte Maak
  • GEOIT_KRUINBREEDTE_VIND à knop “Label Kruinbreedte Vind


1. Instellingen aanpassen

  • Commando : GEOIT_KRUINBREEDTE_SETTINGS
  • Knop: “Label Kruinbreedte Settings

Hier kan je 2 instellingen aanpassen: HOek en DImstyle (zie commandolijn).

HOek: definieert de hoek met de horizontale vanaf waar het programma de kruin van het talud bepaalt (zie onderstaande figuur). Deze hoek moet standaard 10° zijn maar kan indien nodig aangepast worden.

DImstyle: geef de naam op van de stijl van de dubbele pijl (in de aangeleverde template is dit de stijl “KRUINBREEDTES”)

 

2. Alle kruinbreedtes in één keer tekenen

  • Commando GEOIT_KRUINBREEDTE_VIND
  • Knop: “Label Kruinbreedte Vind”

Na het activeren van het commando klik je één keer een profiellijn aan. Alle profiellijnen moeten polylines zijn. Het programma plaatst kruinbreedtes op alle dwarsprofielen in de tekening.

 

3. Eén enkele kruinbreedte tekenen

  • Commando GEOIT_KRUINBREEDTE_MAAK
  • Knop: “Label Kruinbreedte Maak

Deze functie wordt bijv. gebruikt om een foute automatisch gegenereerde kruinbreedte te corrigeren)

Na het activeren van het commando klik je op de profiellijn ter hoogte van waar je denkt dat de kruinbreedte moet komen. Zo teken je met één klik meteen de juiste kruinbreedte

 

Besluit:

Alle automatisch geplaatste kruinbreedtes MOETEN visueel gecontroleerd worden!

De tool zal heel wat kruinbreedtes in de eerste poging correct plaatsen. Bij complexere dwarsprofielen kan het al eens mis gaan. Bv. een speciale constructie, een profiel dat zowel de waterloop als een baangracht bevat, een profiel waarbij buiten de waterloop nog een significant hoogteverschil is in het maaiveld, …

De foute kruinbreedtes kunnen eenvoudigweg verwijderd worden en met GEOIT_KRUINBREEDTE_MAAK zet je een enkele kruinbreedte op de juiste plaats. Als dat ook niet lukt zet je handmatig een dimension line


Voorbeeld van toepassing:

Specifieke tool voor gebruikers die met waterlopen bezig zijn en deze info wensen te visualiseren in hun profielen.


Naar de top van de pagina

22. Move Sample Line Group

Een ganse Sample Line Group verplaatsen van het ene Alignment naar een ander Alignment.

 

Gebruik:

  1. Nadat je de functie geactiveerd hebt, krijg je volgend dialoogvenster: 
  2. Maak hierin de gewenste selecties:
    1. Alignment from: bron-alignment dat reeds een Sample Line Group bevat dat je wenst te verplaatsen naar een ander Alignment.
    2. Sample Line Group: De Sample line Group van Alignment from die je wenst te verplaatsen 
    3. Alignment to: het Alignment waarnaar je de geselecteerde Sample Line Group wenst te verplaatsen.

 

Voorbeeld van toepassing:

Bij vergissingen tijdens de creatie van Sample Lines en hun bijhorende dwarsprofielen zoals plaatsing op het verkeerde alignment, vermijdt deze tool het terug moeten doorlopen van het ganse proces van dimensioneren van deze Sample Lines bij het opnieuw aanmaken op het juiste Alignment. 

De bestaande Sample Lines (uit een bepaalde Sample Line Group) op het verkeerdelijk Alignment worden met deze functie immers verplaatst naar het correcte Alignment.

Naar de top van de pagina

23. Export Sample Line Group

Deze functie creëert een TXT-bestand waarin de posities (Cumul en XY) van de Sample Lines op een Alignment geëxporteerd worden.

 

Gebruik:

  1. Na het activeren van de tool, krijg je onderstaande dialog box:
  2. Bepaal waar en onder welke naam je het TXT-bestand wenst weg te schrijven. 
  3. De opmaak van het resultaat is als volgt: 

Handleiding in PDF-formaat vind je hieronder in de bijlage.